In West-Friesland, Kop van Noord-Holland en Texel wordt veel hulp geboden
Het percentage van inwoners van West-Friesland, de Kop van Noord-Holland en Texel dat voor elkaar klaarstaat ligt iets boven het landelijk gemiddelde. Daarnaast is een op de drie inwoners mantelzorger.
Dat zijn enkele conclusies van onderzoeksbureau I&O Research dat in opdracht van zorgorganisatie Omring onderzoek heeft gedaan naar hulp, ondersteuning en zorg in bovenstaande regio’s.
In de regio wordt veel hulp geboden
West-Friesland, de Kop van Noord-Holland en Texel zijn regio’s waar bewoners voor elkaar klaarstaan. Ruim negen op de tien inwoners in iedere gemeente doet wel eens iets voor een ander. Dit ligt iets boven het landelijk gemiddelde (89%). Dit gaat van kleine zaken zoals het verzorgen van de huisdieren tot intensievere hulp en ondersteuning zoals persoonlijke verzorging. 75% van de mensen biedt sociale psychische ondersteuning. Vrouwen, werkenden en inwoners tot 65 jaar bieden relatief het meeste hulp, ondersteuning of zorg.
Een op de drie is mantelzorger
Een op de drie inwoners is mantelzorger. Al ziet een deel zichzelf niet zo. Deze cijfers komen overeen met het landelijk gemiddelde. Relatief meer vrouwen, inwoners tussen 45 en 65 en werkenden zijn mantelzorger. De grotere meerderheid hiervan doet dit wekelijks en voor een langere periode (van meer dan een jaar).
Hulp uit liefde
Liefde en genegenheid zijn de belangrijkste redenen om hulp te bieden. Een deel voelt zich verplicht en voor een deel is het langer thuis blijven wonen een reden. De vanzelfsprekendheid om anderen te helpen geldt minder in stedelijke gemeenten als Den Helder, Schagen en Hoorn, maar meer in de kleinere gemeenten, zoals Opmeer.
Hulp is goed vol te houden maar niet voor iedereen
Een meerderheid van de inwoners vindt de hulp goed vol te houden. En een kwart geeft aan het soms zwaar te vinden. Voor 10% wordt het vaak te veel of kan het bieden van hulp nauwelijks meer aan. Dit geldt vooral voor regiobewoners die intensief en meerdere keren per week of dagelijks helpen en degene die voldoen aan de definitie ‘mantelzorger’. Ondanks dat een ruime meerderheid van de mantelzorgers de zorg deelt met hun omgeving of met een professionele organisatie ondervindt meer dan de helft belemmeringen tijdens zorgtaken. Mantelzorgers hebben moeite om nee te zeggen of vinden de combinatie met werk en dagelijkse bezigheden lastig. Ze hebben er moeite mee om de zorg vol te houden en zien geen ruimte om meer taken op te pakken. Ook ervaart 15% van de mantelzorgers eenzaamheid als gevolg van de mantelzorgtaken en een kwart kan niet terugvallen op anderen bij hun zorgtaken.
Ondersteuningsmogelijkheden bekend, maar weinig ingezet
Ondanks dat sommige personen die hulp, ondersteuning of zorg bieden, de zorgtaken zwaar vinden en ook verwachten dat het in de toekomst zwaarder wordt, richt men zich niet veel tot ondersteuning. Dit ligt niet aan de bekendheid: een meerderheid van de inwoners die minstens maandelijks hulp biedt is op de hoogte van de verschillende mogelijkheden die er zijn op dit gebied. Deze inwoners weten deze indien nodig ook te vinden. Toch maakt maximaal slechts 20% gebruik van deze voorzieningen. Ook de tevredenheid speelt geen rol. Gebruikers zijn doorgaans goed te spreken over de verschillende ondersteuningsmogelijkheden.
Rekening houden met toekomstige hulp- en zorgtaken
Een kleine meerderheid van de inwoners geeft aan dat iedereen rekening moet houden met een toename van eigen inzet in het bieden van hulp, ondersteuning en zorg in de toekomst. Een iets kleiner deel houdt er ook daadwerkelijk rekening mee dat zij de komende vijf jaar (meer) moeten doen. Zij bereiden zich voor door in gesprek te gaan met de (potentieel) zorgbehoevende, houden rekening met de woningkeuze en bespreken dit met vrienden en bekenden. Toch is een omvangrijke groep van 41% hier (nog) niet concreet mee bezig.
Inzet sociaal netwerk niet nodig voor bewoners zelf
Inwoners staan klaar voor anderen, bieden regelmatig hulp en houden er rekening mee dat dit vaker gaat voorkomen in de toekomst. Toch ziet een meerderheid de zorg als een verantwoordelijkheid van de overheid en een uitvoerende taak voor zorgprofessionals. Men wil in de toekomst dan ook niet zijn of haar kinderen belasten met de zorg en verwachten dit dan ook niet van hun kinderen. De meningen verschillen over het ontvangen van de zorg: 30% denkt dat men liever zorg ontvangt van een naaste, terwijl 26% denkt dat de voorkeur ligt bij een professionele organisatie. Zorgprofessionals zelf geven vaker aan dat de zorg ook een verantwoordelijkheid van mensen zelf is.
De resultaten van het onderzoek - door Omring en I&O research over hulp ,ondersteuning en (mantel)zorg in het werkgebied van Omring: West-Friesland, kop van Noord-Holland en Texel - zijn samengevat in deze infographic.