Doorbraak op de werkvloer: De kracht van klittenbandzwachtels
In 2018 las Suzanne Smit in Nursing een artikel over de inzet van klittenbandzwachtels in de zwachtelfase. “Ik dacht: dat is wat voor ons”, aldus de wijkverpleegkundige, die het idee inbracht bij haar werkgever Omring. “Ik had nooit kunnen voorzien waar het toe zou leiden.” Hoe een klein idee op de werkvloer grote gevolgen kan hebben.
Twee jaar geleden bladerde Suzanne Smit door Nursing. “Daarin las ik een artikel over het innovatieve gebruik van klittenbandzwachtels in de initiële fase bij compressietherapie”, vertelt Suzanne, wijkverpleegkundige bij het Omring-thuiszorgteam Wieringermeer. “Ik dacht meteen: dit is handig! Zwachtelen is een arbeidsintensief zorgmoment. Soms heb ik wel vijf cliënten op een dag bij wie ik beide benen moet zwachtelen. Per cliënt planden we daar drie kwartier voor in. Voor ACT-zwachtelen (Ambulante Compressie Therapie, red.) met korterekzwachtels moet je namelijk echt de tijd nemen. Als je het verkeerd doet, kan dat vervelende consequenties hebben voor de cliënt. Een te strak aangebrachte zwachtel kan bijvoorbeeld leiden tot verminderde doorbloeding en weefselschade. Ook kan het vocht zich ophopen in vensters, als de zwachtels op bepaalde plekken niet overlappen.”
Suzanne besloot het artikel, na overleg met een collega, voor te leggen aan de projectmanager van Omring Thuiszorg. “Omring is toen snel om de tafel gaan zitten met zorgverzekeraar VGZ om deze nieuwe werkwijze en de vergoeding hiervan te bespreken”, blikt Suzanne terug. “De aanschaf van een klittenbandzwachtel is namelijk duurder dan de traditionele ACT-zwachtels. Maar dat weegt niet op tegen het geld dat je uitspaart aan de zorg.” Na het selecteren van een goede verbandleverancier ging de pilot van start, in nauwe samenwerking met VGZ. “We hebben ook de huisartsen ingelicht en betrokken. De meeste zorgaanvragen voor ambulante compressietherapie (zwachtelen) komen namelijk via de huisarts. Krijgen we nu een aanvraag? Dan bestellen we zelf de klittenbandzwachtels en gaan we aan de slag met de cliënt.”
Minder ongeplande zorg
Het doel is nog steeds hetzelfde: zorgen dat de oedemateuze onderbenen dunner worden. “Maar de manier waarop we dit bereiken is een stuk efficiënter dan bij ACT-zwachtelen”, constateert Suzanne. “De klittenbandzwachtel is makkelijk en snel aan te brengen. Daardoor is het voor ons fysiek minder belastend. Ik probeer altijd een zo goed mogelijke werkhouding aan te nemen. Maar bij ACT-zwachtelen zit je – als je twee benen moet doen – toch drie kwartier in een gebogen houding. Bij een klittenbandzwachtel is het veel sneller klaar. Het is minder zwaar en het scheelt enorm veel tijd. Wij hebben gekozen voor een product dat als enige is bewezen middels studies* en een gepatenteerd Build in Pressure System (BPS) heeft waarmee de cliënt ook heel gemakkelijk de druk kan bepalen die hij/zij geeft per klittenband en deze ook hiermee kan controleren. Het gradueel drukverloop is hiermee altijd gegarandeerd.
Dat kan bij traditionele ACT-zwachtels niet. Wat ook scheelt: we hebben bijna nooit meer ongeplande zorgmomenten. De korterekzwachtels zakken regelmatig af, of ze zitten te strak. Als we een telefoontje van de cliënt krijgen, moeten we daar – ongepland – heen. Hier in de polder kost dat zo meer dan een kwartier heen – en dan weer terug. Bij de klittenbandzwachtels hebben we amper meer telefoontjes. Die tijd kunnen we nu aan andere cliënten besteden.”
Eigen regie
Zoals gezegd zijn de klittenbandzwachtels makkelijk aan te brengen. “Veel cliënten – of hun mantelzorgers – kunnen het na één keer en soms enkele keren voordoen ook zelf, onder onze supervisie. Het mooie is: doordat je de graduele druk makkelijk kunt bepalen en de zwachtel van inelastisch materiaal is, voorkom je dat de zwachtel te strak gaat zitten. Als wijkverpleegkundige bel ik regelmatig om te horen hoe het gaat en eens per week kom ik langs om de omvang van het onderbeen op te meten. Dat geeft de cliënt veel zelfstandigheid. Als de zwachtel door het dragen te los komt te zitten, kan de cliënt deze zelf strakker doen. De cliënt hoeft niet te wachten tot de thuiszorg langskomt, maar behoudt de regie over zijn of haar eigen leven. Een collega was laatst bij een Engelssprekende cliënt, die zei: ‘You gave me back my life.’ Mooi toch? Deze manier van zwachtelen zorgt voor meer cliënttevredenheid. Maar het belangrijkste: het draagt bij aan de gezondheid van de cliënt. De zwachtel zorgt voor slankere benen, maar dan met meer vrijheid voor de cliënt dan voorheen.”
Durven vernieuwen
Na de succesvolle pilot is het klittenbandzwachtelen in de zwachtelfase inmiddels breed uitgerold binnen Omring Thuiszorg bij de cliënten van de huisarts. “Bijna niemand bij ons zwachtelt meer op de ouderwetse manier”, stelt Suzanne. Met een lach: “Hoor je dat? We noemen het inmiddels de ‘ouderwetse’ manier.” De klittenbandzwachtel is binnen Omring Thuiszorg inmiddels de nieuwe standaard. Met dank aan dat ene artikel in Nursing… “We zijn nu aan het kijken of we het ook op onze woonzorglocaties kunnen uitrollen. En we onderzoeken of we steunkousen kunnen vervangen door klittenbandzwachtels. Bijvoorbeeld bij immobiele of obese cliënten”, zegt Suzanne, die trots is op de ontwikkelingen. “Ik had in 2018 niet kunnen voorzien dat dit zo positief opgepakt zou worden. Maar dat is het mooie aan Omring Thuiszorg: als medewerker kun je je mening geven en ideeën aandragen. Daar wordt ook echt wat mee gedaan. Omring Thuiszorg luistert naar haar medewerkers en durft en wil vernieuwen. Dat maakt mijn werk makkelijker én leuker. Mooi als we met relatief kleine initiatieven de werkdruk kunnen verlichten.”
Landelijke Good Practice
Het gebruik van klittenbandzwachtels is benoemd tot landelijke Good Practice binnen het netwerk Zinnige Zorg. Dit innovatieve netwerk bestaat uit twaalf ziekenhuizen, vier GGZ-instellingen, twee thuiszorgorganisaties en Coöperatie VGZ. “Met Omring maken we ook deel uit van het netwerk”, vertelt Hanneke van den Berg, projectmanager Omring Thuiszorg. “We kijken dagelijks: hoe kunnen we de zorg beter maken voor de cliënt? Daarbij spelen kundige zorgprofessionals als Suzanne een belangrijke rol. Binnen het netwerk hebben we al mooie en veelbelovende resultaten geboekt. Dat leidt tot betere zorg voor onze cliënten én meer werkplezier voor onze medewerkers. Klittenbandzwachtels zijn een mooi voorbeeld hoe we in Nederland de schaarse capaciteit bij de wijkverpleging efficiënter kunnen benutten.” Bekijk hier de vlog die VGZ maakte over de voordelen van klittenbandzwachtels.
Besparing: € 5,9 miljoen
Stap je als thuiszorgorganisatie over van ACT- naar klittenbandzwachtelen in de zwachtelfase? Dan bespaar je gemiddeld 343 zorgminuten per cliënt per 4 weken. Dit is een netto besparing van € 245, rekening houdend met de meerkosten voor klittenbandzwachtels ten opzichte van ACT-zwachtels. Zouden alle thuiszorgmedewerkers in Nederland hiermee werken? Dan levert dat een besparing op van € 5,9 miljoen. Suzanne: “Ik wist niet dat er zoveel geld mee wordt bespaard. Dat is echt zinnige zorg.”
“Dat ziet er keurig uit”
Ans van Bockxmeer-van Kleef (87) is één van de cliënten van Omring Thuiszorg die gebruikmaakt van de klittenbandzwachtels. “Ik had vocht in mijn been. Toen de thuiszorg kwam, dacht ik: ik zal wel iets van een steunkous krijgen. Maar de wijkverpleegkundige zei: ‘We hebben iets nieuws. Een klittenbandzwachtel.’ Het werkt heel makkelijk. Eerst doe ik een dunne onderkous aan. Daarna doe ik de zwachtel om mijn been, die ik met klittenband vastzet. En hierna doe ik nog een klein sokje aan. Ja, ik kan het zelf. Ik ben er heel handig in geworden. Ik kan ‘m ook zelf losser of strakker doen. Al zit de zwachtel bijna altijd goed. De zwachtel is best comfortabel en van een mooi materiaal. Iedereen die langskomt zegt: ‘Dat ziet er keurig uit.’ Ik ben er verschrikkelijk blij mee.” Mevrouw Van Bockxmeer is ook blij dat ze niet dagelijks rekening hoeft te houden met het bezoek van de thuiszorg. “Ze komen alleen af en toe langs om mijn been op te meten en te controleren. Het vocht is inmiddels bijna weg. De zwachtel doet dus mooi z’n werk!”
* studie Dr. Giovani Mosti, gepubliceerd in “Phlebology (Phlebology 2020, Vol. 35(2) 124–133).
Met korte presentatie: https://www.youtube.com/watch?v=EGuTkYdhbxA&feature=youtu.be